, [], Whether the foreknowledge of merits is the cause of predestination?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [60]En of God, willende [Zijn] toorn bewijzen, en Zijn macht bekend maken, met vele lankmoedigheid verdragen heeft [61]de vaten des toorns, [62]tot het verderf toebereid; 60. Dit is de vierde reden van Paulus' antwoord, genomen van het loffelijk einde, waarom God zulks doet, namelijk om toorn, dat is, rechtvaardige straf, te oefenen tegen de vaten des toorns, nadat Hij die met veel lankmoedigheid in hunne verdorvenheid en wederspannigheid heeft verdragen. 61. Dat is, over welke God Zijn rechtvaardigen toorn voorgenomen heeft te bewijzen. 62. Namelijk ten dele door henzelven, daar zij in hunne verdorvenheid en wederspannigheid een vermaak hebben: en ten dele door Gods rechtvaardig oordeel die hen daarin heeft willen verlaten en tot de verdiende straf brengen, gelijk aan Farao is geschied.